Le Passé composé = voltooid verleden tijd
LE PARTICIPE PASSÉ = het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord dat met "être" vervoegd wordt krijgt de uitgang van het getal en geslacht van het onderwerp van het werkwoord:
Mes amis sont partis.
Mes amies sont parties.
Het voltooid deelwoord dat vervoegd wordt met het hulpwerkwoord "avoir" krijgt de uitgang van het getal en geslacht van het lijdend voorwerp wanneer dit VÓÓR het voltooid deelwoord staat :
Ces fleurs, je les ai coupées.
Cette lettre, il l'a écrite.
Wanneer het lijdend voorwerp na het voltooid deelwoord staat of wanneer er helemaal geen lijdend voorwerp is, dan blijft het voltooid deelwoord DAT VERVOEGD WORDT MET HET HULPWERKWOORD "avoir" , ONVERANDERD.
J'ai coupé ces fleurs.
Il a écrit cette lettre.
Nous avons été au spectacle.
Maak jouw eigen website met JouwWeb